Grenen

Handelsnamen

In de handelsnamen van grenen wordt veel verwezen naar de herkomst. Bijvoorbeeld: Duits-, Fins-, Inlands-, Noors-, Pools-, en Zweeds-grenen.

Boomsoorten

Grenen is afkomstig van de Grove den. De grove den kom je in de Nederlandse bossen veel tegen. De boom is goed herkenbaar aan de zeer lange naalden, die twee-aan-twee op de takken staan.

Groeigebied

De grove den groeit in Europa en Noord-Azië.

Kleur

Na droging is er een vrij duidelijk kleurverschil tussen spint- en kernhout zichtbaar. Het spinthout is wit tot geelachtig wit, met som een licht rozige tint. Vers kernhout is zeer lichtbruin. Onder invloed licht en lucht wordt het na verloop van tijd donkerder. Het varieert in kleur van lichtbruin tot roodbruin.

Tekening

Grenen heeft over het algemeen duidelijke, scherp afgebakende groeiringen. Hierin is kops het contrast tussen het lichte voorjaarshout en het donkere najaarshout goed zichtbaar.

De elkaar afwisselende lichte en donkere ringen geven bij kwartiers gezaagd grenen een fijn streeppatroon te zien. Bij dosse gezaagd grenen is een duidelijk en sterk contrasterend vlammenpatroon te zien.

Op de langsvlakken kunnen soms uitgesproken donkerbruine vlekken voorkomen. De blekken zijn onregelmatig van vorm en voelen vettig aan. Deze vlekken worden veroorzaakt door hars. Op dit soort plekke is het houtweefsel plaatselijk doordrenkt met hars. Vooral het kernhout verspreidt een sterke hars- of terpentijngeur. Zo kun je grenen goed van vuren onderscheiden. Vuren bevat harsgangen, maar heeft geen sterke harslucht. Bij twijfel kun je aan het hout ruiken om te weten welk houtsoort je te maken hebt. Grenen is een naaldhoutsoort en bezit dus geen vaten. Op het kopse vlak zijn daardoor geen poriën zichtbaar.

Duurzaamheid

Grenehout is weinig tot matig duurzaam. De houtsoort valt in duurzaamheidsklasse 4 of 3 (5-10 jaar of 10-15 jaar). In welke klasse het grenehout valt hangt af van de kwaliteit. Door de uitgestrektheid van het groeigebied kan de kwaliteit variëren. Het hout uit Scandinavië is over het algemeen fijner en daardoor overwegend beter dan kwaliteit dan het hout uit Midden-Europa

Bewerkbaarheid

Europees grenen kan over het algemeen zowel met de hand als machinaal vrij gemakkelijk bewerkt worden. Net als bij vuren wordt de bewerkbaarheid beïnvloed door de breedte van de groeiringen, het aantal kwasten en de conditie van de kwasten. Typisch voor grenen is hars aan de gereedschappen of beitels kan blijven kleven. Bij zagen en schaven van droog en kwastrijk hout kunnen losse kwasten gemakkelijk uitvallen.

Kwastvrij grenen met smalle groeiringen kan tot fineer worden verwerkt.

Grenen laat zich goed lijmen. Het is wel raadzaam het hout direct na de eindbewerkingen te lijmen, omdat in een warme omgeving het hard kan uitzweten. Voor het aanbrengen van een verf-, lak-, of vernislaag moet je harsrijke gedeelten eerst ontvetten met bijvoorbeeld thinner.