Parket vernagelen of verlijmen

Parketvloeren worden niet allemaal op dezelfde manier bevestigd. Je kunt parket vernagelen en verlijmen. Soms is het nodig om het allebei te doen. Als je uitgaat van een spaanplaten tussenvloer, gebruik je meestal dispersielijm om het parket te verlijmen. Bij rechtstreeks verlijmen op Cement dek of anhydriet gebruik je pu of MS/ silan lijmen. Ook is de afmeting van het parket doorslaggevend voor de keuze van de lijm. Bij afgewerkt parket nooit dispersielijm gebruiken, bourgogne parket breder dan 15 cm lijmen geen dispersielijm gebruiken, tropische houtsoorten die erg hard of vet zijn geen dispersielijm gebruiken. Tapis 6.2 x 120 mm geen dispersielijm gebruiken, veroudert tapis dat is afgewerkt geen dispersielijm gebruiken.

Bevestigen van parketstroken

De werking van parketstroken is gering. Daarom hoef je parketstroken alleen maar te verlijmen. De 14 mm stroken hebben speciale lijmgroeven om beter te hechten. Breng lijm aan op de onder/ of tussenvloer met een B5 lijmkam. Plaats hierop de parketstroken en klop ze vast met een rubber hamer.

Hoewel dit niet per se hoeft, vernagelen sommige parketleggers parketstroken. Parketstroken vernagel je op dezelfde manieren als planken vloerdelen onder 45 graden (kan alleen als er een houten tussenvloer is).

Bevestigen van planken vloerdelen

De werking en kans op vervorming van planken vloerdelen is groot. Daarom kun je planken het beste verlijmen en vernagelen. Je verlijmt planken op dezelfde manier als parketstroken.

Planken vernagel je ´blind´ met nieten. De nieten breng je onder een hoek van 45 aan op de veer. Je gebruikt hiervoor de grote tacker.

Planken aan in de laatste baan moet je extra bevestigen. Hiervoor gebruik je nagels ´met verloren kop´ die je met een hamer van boven in het parket slaat. Hou tussen de nagels en nieten een onderlinge afstand van ongeveer 50 cm aan )voor parketstroken is dat 25 cm). Drijf de nagels 2 mm in met en hamer en een drevel. Je moet ook iedere plank of parketstrook min met 1 niet vast zetten.

Bevestigen van tapisstroken

Tapisstroken zijn in verhouding tot de dikte erg breed. Daarnaast hebben ze geen veer en groef. Je moet tapisstroken daarom altijd verlijmen en vernagelen. Je verlijmt tapisstroken op dezelfde manier als parketstroken en planken.

Tapisstroken vernagel je van boven met de tapistäcker drijft de nagels automatisch in. Je hoeft de nagels dus niet zelf in te drijven.

Waar je de nagels aanbrengt hangt af van de afmetingen van de tapisstroken. In het algemeen geldt:

• Hou in de lengte van de strook een onderlinge afstand van ongeveer 15 cm aan. Stroken kleiner dan 30 cm vernagel je met twee nagels in de lengte.
• In de breedte vernagel je stroken tot 10 cm met twee nagels, stroken van 10 tot 18 met drie nagels en stroken vanaf 18 cm met 4 nagels.